Er zijn verschillende factoren waardoor iemand artrose kan krijgen, bijvoorbeeld het hebben van overgewicht, of wat voor beroep iemand heeft. Hiernaast is een belangrijke factor voor het krijgen van artrose het DNA, welke variaties iemand in zijn of haar DNA heeft. Welke variaties en hoe deze kunnen leiden tot het krijgen van artrose was de hoofdonderzoeksvraag van wetenschapper Cindy G. Boer. Zij deed haar promotie onderzoek in het Erasmus MC ziekenhuis in Rotterdam.
Artrose en DNA
Het DNA is eigenlijk een blauwdruk voor iemand als persoon, bijvoorbeeld het bepaald wat voor kleur ogen iemand heeft of wat voor kleur haar. Het DNA bepaald ook minder zichtbare zaken zoals hoe iemands immuun systeem werkt of wat iemands erfelijke risico op artrose is. Iedereen z’n DNA is uniek, iedereen heeft een unieke combinatie van (genetische) variaties in zijn of haar DNA. Sommige van deze variaties kunnen leiden tot een hoger risico op artrose.
Waarom naar het DNA kijken?
Door te kijken welke variaties in het DNA kunnen leiden tot artrose kunnen er mogelijk nieuwe behandelingen worden ontdekt voor artrose. Boer geeft een voorbeeld hier van: “Een variatie die we hebben ontdekt, die meer kans geeft op het krijgen van artrose is ook gelinkt aan vitamine K. Hiermee hebben ook gevonden dat (weinig) vitamine K een rol speelt bij het krijgen van artrose. Dit gaan we dan ook verder onderzoeken, om te kijken of we dit kunnen gebruiken voor het voorkomen of behandelen van artrose”. Doormiddel van o.a. grote internationale samenwerkingen heeft Boer nog vele andere DNA variaties ontdekt die betrokken zijn bij het krijgen van artrose. Door ook deze verder te onderzoeken zouden onderzoekers meer te weten kunnen komen over artrose en daarmee ook nieuwe behandelingen kunnen ontdekken.
Meer weten of het onderzoek van Cindy G. Boer? Bekijk hier de video van haar promotie, Cindy G. Boer promoveerde cum laude op 15 december 2020 op het Erasmus MC.