Begin 2020 deed Eline Bakker, masterstudent aan de Universiteit van Leiden, onderzoek bij de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Erasmus MC. Het doel van haar onderzoek was om meer te weten te komen over hoe mensen met artrose hun pijn beschrijven.
Dit deed zij door een online vragenlijst te sturen via de website van de Poly-Artrose vereniging (P-AL), via facebookgroepen voor mensen met artrose en ook via andere sociale media. De vraag die zij in deze vragenlijst stelde was: “Zou u in uw eigen woorden kunnen vertellen hoe het is om met artrose te leven?”.
Op deze vraag kreeg zij in totaal 234 reacties met gemiddeld 150 woorden, dit zijn ongeveer 9 regels met woorden. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 62 jaar met gemiddeld 16 jaar klachten door artrose. De vragenlijst was vaker door vrouwen (87.9%) ingevuld dan door mannen.
Uit de reacties vielen haar een aantal dingen op, zo zorgt vermoeidheid er vaak voor dat mensen met artrose niet meer alles in het leven kunnen doen wat ze vroeger wel deden. Ook is voor hen de psychische last zwaarder dan de lichamelijke last. Verder zijn ze negatief over de communicatie met hun zorgverleners, voelen ze zich niet goed begrepen door hun familie, vrienden of collega’s en zijn ze negatief over het innemen van pijnstillers.
Wat ook opviel was dat ze vaak een beeldspraak gebruikten, dat betekent dat er niet echt wordt gezegd wat ermee bedoeld wordt.
Voorbeeld: “Hij gaat als een speer”. Hiermee wordt bedoeld dat hij heel snel gaat, niet dat hij echt als een speer gaat. Zie hieronder de beeldspraak die door de mensen met artrose wordt gebruikt.
De beeldspraak wordt door hen niet alleen gebruikt om de pijn bij artrose te beschrijven maar ook om zichzelf te helpen om met deze pijn om te gaan. De conclusie van het onderzoek van Eline Bakker was dan ook dat de communicatie tussen mensen met artrose en hun zorgverleners misschien beter zou kunnen worden door beeldspraak te gebruiken in hun gesprekken.