Als je afgaat op de reclames voor Glucosamine, dan zouden we allemaal Glucosamine moeten gaan gebruiken. Het zou goed zijn voor de opbouw van het kraakbeen in de gewrichten. Begrijpelijk dat mensen met last van artrose de dure tabletten kopen. Echter, nationale en internationale richtlijnen voor de behandeling van artrose geven aan dat het slikken van Glucosamine (en/of Chondroitine, een vergelijkbare stof) geen zin heeft.

Glucosamine komt van nature in gewrichten voor en zorgt ervoor dat het kraakbeen elastisch blijft. Het idee is dus ontstaan dat door Glucosamine in te nemen, dit proces ondersteund kan worden. Op die manier zou de afbraak van kraakbeen mogelijk vertraagd kunnen worden en zou het tot verlichting van de klachten kunnen leiden.

Dit idee is zeker niet nieuw. De eerste wetenschappelijke onderzoeken werden al gedaan in de jaren 80. Toen werd er in kleine studies zonder betrouwbare controlegroep gevonden dat Glucosamine inderdaad verlichting van de pijnklachten gaf.

Echter, over de jaren is er steeds meer en beter onderzoek gedaan. Wat blijkt? Hoe  beter het onderzoek, hoe minder positieve effecten er gevonden werden.

Bij de afdeling Huisartsgeneeskunde hebben we vanaf 2003 ook een onderzoek uitgevoerd naar het effect van Glucosamine bij mensen met heupartrose. In dit onderzoek deden destijds 222 mensen mee. Zij werden via loting verdeeld in twee groepen. Een groep die gedurende twee jaar dagelijks 1500 mg Glucosamine kreeg en een groep die een identieke pil kreeg, maar deze bevatte geen werkzame stoffen (placebo). Elke 3 maanden vulden de deelnemers vragen in over hun klachten en aan het begin en het eind van het onderzoek werd ook een röntgenfoto van de heupen gemaakt.

De pillen en de potjes waarin ze geleverd werden waren niet van elkaar te onderscheiden. Dus niet alleen de deelnemers, maar ook de betrokken onderzoekers wisten niet wie er in welke groep zat, zodat ze de resultaten niet onbewust konden beïnvloeden. Na twee jaar is er gekeken of er verschil was tussen de twee groepen wat betreft klachten, zoals pijn, stijfheid en functie van de heupen en wat betreft het kraakbeen in het gewricht. Na twee jaar zagen we geen enkel verschil tussen de groepen. De mensen in de groep die Glucosamine hadden geslikt hadden evenveel klachten als de groep die het placebo had genomen. Ook op de röntgenfoto konden we geen verschil zien, in beide groepen zagen we dat de artrose een klein beetje erger was geworden.

In theorie zou het natuurlijk mogelijk zijn dat alleen een specifieke groep van patiënten met artrose baat heeft bij het gebruik van Glucosamine. Bijvoorbeeld mensen met veel pijnklachten, mensen met overgewicht, of juist mensen met meer beginnende artrose. In 2017 hebben onderzoekers van de afdeling Huisartsgeneeskunde onderzocht of er zogenaamde subgroepen van patiënten waren die beter op Glucosamine reageren dan andere patiënten, maar ook hier uit kwam naar voren dat er op basis van alle beschikbare data uit internationale studies geen subgroepen van patiënten met artrose zijn aan te wijzen die baat zouden kunnen hebben bij het gebruik van Glucosamine. De onderzoekers van de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Erasmus MC ondersteunen dan ook het advies op Thuisarts.nl, waarin het gebruik van Glucosamine wordt afgeraden bij klachten van artrose.

Wilt u de originele artikelen ontvangen? Mail naar artrosegezond@erasmusmc.nl.