Rintje Agricola: “Ik ben geboren en getogen in Heerenveen en van jongs af aan al een sportfanaat. Zelf stond ik in de winter bijna dagelijks op de ijsbaan en in de zomer veel hardlopen, wielrennen en skeeleren. Zelf wilde ik destijds ook graag sportarts worden. Na eerst te zijn uitgeloot voor geneeskunde heb ik een jaar bewegingswetenschappen in Groningen gestudeerd. Een jaar later mocht ik gelukkig toch geneeskunde studeren in Rotterdam. Mijn interesse voor sport en het bewegingsapparaat bleef, maar tijdens stages kwam ik er achter dat opereren mij ook heel erg aantrok dus kwam ik tot de conclusie dat het werken als orthopedisch chirurg beter bij mij paste dan een rol als sportarts.”
Ruim 10 jaar geleden is Agricola begonnen bij de afdeling orthopedie met onderzoek doen, tijdens een wetenschapsstage. Hij bestudeerde de heupontwikkeling van zo’n 100 jonge voetballers van Feyenoord. Rintje: “Hier werd ik zo enthousiast van dat ik de kans om dat project voort te zetten in een promotie onderzoek met beide handen heb aangegrepen. Voor mijn promotie onderzoek heb ik 2,5 jaar de heupontwikkeling bij jongeren enerzijds bestudeerd en anderzijds risicofactoren voor heupartrose bij 1000 mensen tussen de 45 en 65 jaar. Het leuke is dat je op een gegeven moment als ‘heup expert’ wordt gezien en voor allerlei congressen en bijeenkomsten wordt gevraagd om kennis te delen.”
Tijdens zijn opleiding tot orthopedisch chirurg bleef hij actief onderzoek doen en hij heeft een aantal subsidies gekregen waarmee het onderzoek naar heupproblemen voortgezet kan worden. Agricola: “Momenteel ben ik op wetenschappelijk gebied werkzaam in het Erasmus MC om de oorzaken van allerlei heupproblemen te onderzoeken en om met patiënt gerichte oplossingen te komen. Op klinisch gebied doe ik dit als orthopedisch chirurg in het St. Anna ziekenhuis / Topsupport. Verder woon ik samen met mijn vrouw en is ruim een half jaar geleden onze zoon Olivier geboren.”
Rintje Agricola doet voornamelijk onderzoek naar de oorzaak en risicofactoren voor heupproblemen van jong tot oud. Dit betreft bijvoorbeeld onderzoek naar heupdysplasie bij kinderen, femoro-acetabulaire impingement (FAI) bij jongeren (vooral sporters) en heupartrose (‘slijtage’) bij mensen van middelbare en oudere leeftijd. Agricola: “Bij kinderen bestuderen we welke risicofactoren er zijn voor het hebben van heupdysplasie. Bij heupdysplasie is de heupkom te ondiep wat een verhoogd risico op heupartrose op latere leeftijd geeft. Bij jongeren en sporters doen we veel onderzoek naar FAI. Bij FAI draaien de heupkop en de kom niet goed in elkaar tijdens bewegen. Vaak komt dit omdat er teveel bot op de heupkop zit waardoor deze niet meer rond maar afgeplat is, dit noemen we een ‘cam vorm’. Doordat deze cam vorm continue in het kommetje ‘schuurt’ kunnen er pijnklachten, een verminderde functie en vroege artrose ontstaan, zoals op het plaatje hieronder te zien is. We hebben bijvoorbeeld ontdekt dat deze cam vorm bij jongeren in de tweede groeispurt ontstaat door een hoge belasting op de heupen, bijvoorbeeld door heel intensief te sporten. Tenslotte doen we veel onderzoek naar heupartrose. We bestuderen wat de risicofactoren voor heupartrose zijn. De vorm van de heup is bijvoorbeeld een belangrijke risicofactor. Kortom, we onderzoeken allerlei dingen die met heupen te maken hebben, van de botontwikkeling tot heupartrose.”
Rintje Agricola heeft een Veni subsidie gekregen voor zijn onderzoek naar heupartrose. Een Veni is een subsidie van de Nederlandse Organisatie van wetenschappelijk Onderzoek (NWO). NWO heeft een talentprogramma wat uit drie financieringsvormen bestaat (veni, vidi, vici), afgestemd op de verschillende fasen in de wetenschappelijke carrière van een onderzoeker. Een Veni subsidie is bestemd voor jonge getalenteerde onderzoekers die een innovatief idee hebben en hier financiering voor krijgen om dit uit te werken.
Agricola: “De titel van mijn onderzoek waarvoor ik een Veni subsidie heb gekregen is: ‘The Happy Hip: towards prevention of osteoarthritis’. Oftewel, door mijn onderzoek wil ik dat iedereen uiteindelijk een ‘blije heup’ behoudt door te proberen om artrose te voorkomen. Het RIVM heeft namelijk voorspeld dat artrose vanaf 2040 de meest voorkomende ziekte in Nederland zal zijn. Heup artrose geeft vaak veel pijn, een beperkte functie en ontzettend veel ongemak waardoor de kwaliteit van leven sterk verminderd. Echter, de oorzaak van heupartrose is onbekend waardoor er ook nog geen effectieve therapie voor heupartrose is. Met het Veni onderzoek ga ik alle data op het gebied van heupartrose die er in de wereld beschikbaar is combineren. Met deze data uit onder andere Amerika, Australië, Engeland en Nederland creëren we een unieke database waarmee we met artificial intelligence een model kunnen maken dat voor iedere persoon kan voorspellen of en hoe heupartrose zich ontwikkeld. Over 4 jaar moet dit onderzoek zijn afgerond.